Volgens Marja van Leeuwen heeft het Samenwerkingsverband (SWV) vooral een maatschappelijke opdracht. “Wij moeten er voor zorgen dat alle leerplichtige jongeren in het voortgezet onderwijs de best mogelijke onderwijsplaats met de juiste ondersteuning krijgen. We vinden het belangrijk dat iedere leerling integreert en meedoet.” Ze erkent dat dit voor een school niet altijd de makkelijkste opdracht is. Toch gelooft zij als geen ander in Passend Onderwijs.

Signalen herkennen en problemen erkennen

“Van een docent wordt verwacht dat hij of zij met elk kind in de klas rekening houdt en ondertussen ook nog gewoon lessen geeft zodat leerlingen overgaan en een diploma halen. Dat is geen gemakkelijke baan. Absoluut niet.

Wij moeten de docent hierbij ondersteunen, het SWV heeft daar middelen en mankracht voor beschikbaar. Maar dan is het wel belangrijk dat docenten om hulp of advies vragen wanneer dat nodig is. Juist door het tijdig herkennen en opvolgen van signalen voorkom je mogelijk grotere problemen en zorg je ervoor dat jongeren op tijd de juiste zorg krijgen die ze nodig hebben.”

Wij kunnen het verschil maken

Na haar middelbare school heeft Marja bij verschillende organisaties in diverse functies gewerkt. “Ik heb administratieve jobs gehad, personeelswerk gedaan en ben onder andere in de journalistiek en reclame werkzaam geweest.” Als ambtenaar jeugdbeleid in Helmond had ze veel te maken met onderwijs. Het onderwijs heeft haar altijd getrokken. “Ik vind het mooi dat ik een bijdrage mag leveren aan de ontwikkeling van mensen. Het gaat allemaal om kansen bieden en vertrouwen geven.”

Toen ze in 2012 solliciteerde bij het SWV, had ze verwacht een interessante functie te gaan vervullen maar nooit gedacht dat ze deze job zó leuk zou vinden. “Als SWV kunnen wij het verschil maken. We merken dat de zorgcoördinatoren in het voortgezet onderwijs tevreden zijn over de manier waarop onze onafhankelijke adviescommissie van toewijzingen (ACT) werkt. Op het moment dat een zorgcoördinator bij ons om advies vraagt, kijkt de ACT op de eerste plaats naar het kind. Wat heeft hij of zij nodig om onderwijs op een reguliere school te kunnen volgen? De ACT nodigt ouders en zorgcoördinator meestal uit voor een gesprek. Samen aan tafel wordt al snel duidelijk wat het beste is voor het kind.”

Wat is de bedoeling?

De zaken vooral praktisch bekijken. Deze hands-on mentaliteit heeft ze altijd gehad, ook in haar eerdere banen: “Ik zag werk, pakte het op en dan was het opeens mijn baan.” In haar huidige functie probeert ze eveneens praktisch te werk te gaan en dwingt ze zichzelf en haar medewerkers om elke keer weer terug te keren naar de kern: ‘Wat is ook alweer de bedoeling van Passend Onderwijs, wat wordt van ons als SWV verwacht?’ “In allerlei organisaties zie je dat het systeem leidend is geworden. Dat wil ik kost wat kost voorkomen. Als SWV hebben we een missie maar we hebben niet alles in de hand. Soms is wat wij willen, niet het beste voor het kind. En dat laatste ‘het best mogelijke voor het kind’ is uiteraard altijd de bedoeling.”

We hebben elkaar nodig

Over de samenwerking met het SWV PO is ze tevreden. “Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de leerling, die vanuit het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs doorstoomt, de juiste doorlopende ondersteuning krijgt. Dat je dan continu zaken met elkaar afstemt, is een must.” Sinds begin dit jaar is het SWV VO ook verantwoordelijk voor het toewijzen van leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro). Samen met Erik Wissink van het SWV PO heeft Marja de afgelopen maanden de IB’ers van leerlingen uit groep 7 en 8 bezocht. Ze hebben de nieuwe wet toegelicht, de werkwijze uitgelegd en gekeken welke leerlingen in aanmerking komen voor lwoo en pro. ”Samen kijken naar het kind met steeds weer hetzelfde uitgangspunt: wat is het beste voor het kind? Op deze manier werken, is heel constructief en geeft veel voldoening.”

Terug naar nieuwsbrief]